Documentatie/Calc-functies/UNITEKEN

    From The Document Foundation Wiki
    This page is a translated version of the page Documentation/Calc Functions/UNICHAR and the translation is 100% complete.
    Other languages:


    Functienaam:

    UNITEKEN

    Categorie:

    Tekst

    Samenvatting:

    Bepaalt het teken dat overeenkomt met een gegeven Unicode codepunt. In sommige gevallen kan het door UNITEKEN geretourneerde teken een niet-afdrukbaar teken zijn dat niet direct zichtbaar is (bijvoorbeeld besturingstekens).

    De functie UNITEKEN is een aanvulling op de functie UNITEKEN.

    Voor sommige codepunten in het bereik 0 ≤ n ≤ 255, kan UNITEKENhetzelfde teken retourneren als de functie TEKEN. Voor andere codepunten in hetzelfde bereik, is het teken echter anders wanneer TEKEN een systeemspecifiek teken retourneert uit de huidige gecodeerde tekenset.

    Syntaxis:

    UNITEKEN(Getal)

    Retourneert:

    Retourneert het enkele teken dat overeenkomt met het gegeven codepunt UNICODE.

    Argumenten:

    Getal is een geheel getal in het bereik 0 ≤ n ≤ 111411 (0x10FFF in hexadecimaal) of een verwijzing naar een cel die zo'n geheel getal bevat, dat wil zeggen het codepunt van het teken dat vereist is .

    • Als Getal niet-numeriek is, dan retourneert UNITEKEN als fout #WAARDE!
    • Voor een niet-geheel getal van Getal, kapt UNITEKEN de waarde af tot een geheel getal.
    • Als, na afkapping, Getal kleiner is dan 0 of groter dan 111411, dan retourneert UNITEKEN als fout Ongeldig argument (Fout:502).

    Aanvullende details:

    Voor elk codepunt n, n =UNICODE(UNITEKEN(n))

    Voorbeelden:

    Formule Beschrijving Retourneert
    =UNITEKEN(65) Hier retourneert de functie het hoofdletter A-teken. A
    =UNITEKEN(D1) waarbij cel D1 het getal 122 bevat. Hier retourneert de functie het kleine z-teken. z
    =UNITEKEN(HEX.N.DEC("3B")) Het is gebruikelijk om in hexadecimale notatie naar codepunten te verwijzen. Hier retourneert de functie de puntkomma. Het codepunt voor de puntkomma is 3B in hexadecimale notatie, 59 in decimaal. ;
    ="abc" & UNITEKEN(10) & "def" UNITEKEN(10) retourneert hier het regelinvoerteken. Op een Windows-computer zou deze formule een nieuwe regel tussen de twee strings moeten invoegen (zie Wikipedia's Newline-pagina voor meer informatie over hoe nieuwe regels in verschillende omgevingen worden afgehandeld). abc
    def
    =UNITEKEN(HEX.N.DEC("2230")) Hier retourneert de functie het wiskundige symbool voor een volume-integraal.
    =UNITEKEN(HEX.N.DEC("1F642")) Hier retourneert de functie een "licht lachend gezicht"-emoticon - het UNITEKEN repertoire van personages is zeer uitgebreid! 🙂

    Gerelateerde LibreOffice-functies:

    TEKEN

    CODE

    UNICODE

    ODF standaard:

    Section 6.20.25, part 2

    Gerelateerde (of gelijkwaardige) Excel-functies:

    UNICHAR sinds v.2013