Documentatie/Calc-functies/TW

    From The Document Foundation Wiki
    This page is a translated version of the page Documentation/Calc Functions/FV and the translation is 100% complete.
    Other languages:

    Functienaam:

    TW

    Categorie:

    Financieel

    Samenvatting:

    Berekent de toekomstige waarde van een investering of lening. De financiële term "toekomstige waarde" verwijst naar de waarde van een bezit op een toekomstige datum, uitgaande van een bepaald rendement.

    TW gaat uit van een investering of lening met de volgende algemene kenmerken:

    • Een eerst forfaitair bedrag.
    • Een aantal periodieke betalingen/stortingen.
    • Een eindbedrag.
    • Een constante rente.

    Sommige van deze kenmerken kunnen worden genegeerd door relevante functie-argumenten op nul te zetten.

    Let op het belangrijkste onderscheid tussen de functies TW en TOEK.WAARDE2 – de eerstgenoemde gaat uit van een vaste rente, terwijl laatstgenoemde een reeks verschillende rentetarieven toestaat.

    Syntaxis:

    TW(Tarief; NPER; AFLOSSING[; [Huidige waarde] [; Type]])

    Retourneert:

    Retourneert een reëel getal, dat de toekomstige waarde is van de opgegeven investering of lening. Het geretourneerde getal is in dezelfde valuta-eenheid als de opgegeven contante waarde en periodebetaling en wordt standaard opgemaakt in een landafhankelijke valuta-indeling.

    Argumenten:

    Tarief is een reëel getal (uitgedrukt als een percentage, zoals 2,5%, of een decimale breuk, zoals 0,025), of een verwijzing naar een cel die dat getal bevat, wat de periodieke rentevoet is. Het is gebruikelijk dat rentetarieven jaarlijks worden genoteerd en, waar nodig, moet ervoor worden gezorgd dat dergelijke waarden worden omgerekend zodat ze compatibel zijn met de lengte van uw betalingsperiode.

    NPER is een reëel getal of een verwijzing naar een cel die dat getal bevat, wat het aantal betalingsperioden in de termijn is.

    AFLOSSING is een reëel getal of een verwijzing naar een cel die dat getal bevat, wat de constante betaling of storting is die in elke periode is gedaan.

    Huidige waarde is een reëel getal, of een verwijzing naar een cel die dat getal bevat, wat de contante waarde van de investering of lening is. Als Huidige waarde wordt weggelaten, gebruikt de functie de waarde 0.0. Huidige waarde moet dezelfde valuta hebben als AFLOSSING.

    Type is een logische waarde of een verwijzing naar een cel die een logische waarde bevat, die bepaalt of de vervaldatum aan het begin of einde van een betalingsperiode ligt. Als Type is ingesteld op 0 of ONWAAR of wordt weggelaten, dan gaat de functie uit van het einde van de betalingsperiode. Als Type is ingesteld op een andere waarde, dan gaat de functie uit van het begin van de betalingsperiode.

    • Als een argument niet-numeriek is, retourneert TW als foutcode #WAARDE!
    • TW legt geen bereikcontroles op aan de waarden van de argumenten Tarief', NPER ', AFLOSSING en Huidige waarde.

    Aanvullende details:

    • Zoals bij verschillende financiële functies van Calc, gebruikt FV een algemeen model om zowel leningen als annuïteiten te beschrijven. Dit model gaat ervan uit dat een initiële forfaitaire som wordt geleend of geïnvesteerd, een aantal periodieke betalingen wordt gedaan of ontvangen en een laatste som wordt betaald of ontvangen. Er wordt een constante rente toegepast en samengesteld gedurende de looptijd van de investering. Dit model wordt uitgedrukt door de volgende vergelijkingen:
    In het geval van een nulrente:
    [math]\displaystyle{ HW ~+~ AFLOSSING \times n~+~TW~=~0 }[/math]
    In het geval van een niet-nul rente:
    [math]\displaystyle{ HW \times (1+r)^{n} ~+~ AFLOSSING \times \frac{\left ( \left ( 1+r \right )^{n} -1\right )}{r}\times \left ( 1+ \left (t \times r \right ) \right )~+~TW~=~0 }[/math]
    where:
    FV = toekomstige waarde
    n = aantal betalingsperioden
    PMT = periodieke betalingswaarde
    PV = huidige waarde
    r = periodieke rentevoet
    t = Vlag vervaldatum (0 Wanneer de vervaldatum aan het einde van elke betalingsperiode is; 1 wanneer de vervaldatum aan het begin van elke betalingsperiode is).
    • TW gaat ervan uit dat de ontvangen geld positief is, terwijl de uitbetaling negatief is.
    • Ga voor meer informatie over het concept van toekomstige waarde naar Wikipedia-pagina Future value.

    Voorbeelden:

    Houd er rekening mee dat de opmaak van de geretourneerde waarden die in de volgende voorbeelden worden gegeven, uitgaat van de landinstelling Engels (VS).

    Formule Beschrijving Retourneert
    =TW(A1; A2; A3; A4) waar cel A1 de formule =8%/12 bevat, bevat cel A2 de waarde 48, cel A3 bevat de waarde 500 en cel A4 bevat de waarde -35000. Hier berekent de functie de toekomstige waarde van een investering die oorspronkelijk 35.000 valuta-eenheden kost, maar de belegger elke maand 500 valuta-eenheden betaalt. De toekomstige waarde is het extra geldbedrag dat aan het einde van de vierjarige investeringsperiode aan de belegger wordt uitbetaald. Het jaarlijkse rentepercentage wordt verondersteld 8% te zijn en de periodieke betalingen worden aan het einde van elke maand gedaan (dit is de standaardinstelling voor het weggelaten argument Type). De geretourneerde waarde is 19.973,36 valuta-eenheden. Merk op dat betalingen aan de belegger een positieve waarde hebben, terwijl betalingen door de belegger een negatieve waarde hebben. Merk ook op dat de contante waarde van -35.000 valuta-eenheden leidt tot toekomstige betalingen van 43.973,36 valuta-eenheden en het verschil tussen deze twee is te wijten aan opgebouwde rente gedurende de looptijd van de investering. $19,973.36
    =TW(8%/12; 48; 500; −35000; 1) Hier berekent de functie de toekomstige waarde van dezelfde investering als in het vorige voorbeeld, behalve dat de waarde anders dan nul voor het argument Type impliceert dat de periodieke betalingen van 500 valuta-eenheden aan het begin van elke maand plaatsvinden (in plaats van aan het einde). De geretourneerde waarde is 19.785,52 valutaeenheden en dit is het geldbedrag dat aan het einde van de vierjarige investeringsperiode aan de belegger moet worden betaald. Merk op dat de geretourneerde waarde in dit geval iets lager is dan die van het vorige voorbeeld en dit wordt verwacht omdat de waarde van elke periodieke betaling in dit scenario minder tijd heeft om rente op te bouwen. $19,785.52
    =TW(7%; 20; 1500; −15891) Hier berekent de functie de toekomstige waarde van een annuïteit die oorspronkelijk 15.891 valuta-eenheden kost, maar die de belegger aan het einde van elk jaar 1.500 valuta-eenheden betaalt voor de volgende 20 jaar. Er wordt uitgegaan van een constante jaarlijkse rente van 7%. Het argument Type wordt weggelaten en gaat uit van de standaardwaarde van 0. TW retourneert de waarde -0,08 valuta-eenheden, dus na ontvangst van 30.000 valuta-eenheden in jaarlijkse betalingen er is geen significante restwaarde aan het einde van de investeringsperiode. -$0.08
    =TW(5.5%/12; 60; −300; 15706) Hier berekent de functie de toekomstige waarde van een lening, uitgaande van een constant jaarlijks rentepercentage van 5,5%. De lening van 15.706 valuta-eenheden moet gedurende 5 jaar maandelijks worden terugbetaald tegen een koers van 300 valuta-eenheden. Het argument Type wordt opnieuw weggelaten en neemt de standaardwaarde van 0 aan. TW retourneert de waarde -0,20, en er is dus geen significante restwaarde aan het einde van de uitleentermijn. -$0.20
    =TW(7.5%/12; 18*12; −100; −3785.21) Een belegging is bedoeld om over 18 jaar een bedrag in contanten op te leveren. De initiële kosten van de investering bedragen 3.785,21 valuta-eenheden en vervolgens moeten er aan het einde van elke maand 100 valuta-eenheden worden belegd. Er wordt uitgegaan van een constante jaarlijkse rente van 7,5%. Het argument Type wordt weggelaten en neemt de standaardwaarde van 0 aan. TW retourneert de waarde 60.000,01, wat de waarde is van het contante bedrag dat moet worden betaald aan de investeerder na 18 jaar. $60,000.01

    Gerelateerde LibreOffice-functies:

    TOEK.WAARDE2

    NPER

    AFLOSSING

    Huidige waarde

    RENTE

    ODF standaard:

    Sectie 6.12.20, deel 2

    Gerelateerde (of gelijkwaardige) Excel-functies:

    FV