Documentatie/Calc-functies/RIJ

    From The Document Foundation Wiki
    This page is a translated version of the page Documentation/Calc Functions/ROW and the translation is 100% complete.
    Other languages:


    Functienaam:

    RIJ

    Categorie:

    Werkblad

    Samenvatting:

    Bepaalt het (de) rijnummer(s) van een bepaalde verwijzing naar een enkele cel of naar een celbereik.

    Syntaxis:

    RIJ([Verwijzing])

    Retourneert:

    Retourneert één of meer positieve gehele getallen in het bereik van 1 tot 1048576 (inclusief), wat het (de) rijnummer(s) is/zijn van de cel(len) die in het argument zijn opgegeven.

    • Als het argument Verwijzing wordt weggelaten, wordt het rijnummer van de cel waarin de formule is ingevoerd, geretourneerd.
    • Als het argument Verwijzing naar een enkele cel verwijst, wordt het rijnummer van die cel geretourneerd.
    • Als het argument Verwijzing verwijst naar een rechthoekig celbereik en de formule niet als matrixformule is ingevoerd (aangevuld met Enter), wordt het nummer van de bovenste rij in het bereik geretourneerd.
    • Als het argument Verwijzing verwijst naar een enkel rechthoekig celbereik en de formule is ingevoerd als een matrixformule, worden alle rijnummers van het gebied geretourneerd in een matrix met één kolom.

    Argumenten:

    Verwijzing is een specifieke celverwijzing (bijvoorbeeld "$Blad1.A1"), een specifiek celbereik (bijvoorbeeld "$Blad1.$C$28:$H$29") of de naam van een benoemd of databasebereik.

    • Als Verwijzing wordt weggelaten, wordt het rijnummer van de cel waarin de formule is ingevoerd geretourneerd.
    • Als Verwijzing geen geldige verwijzing is naar een enkele cel of een enkel rechthoekig celbereik, retourneert RIJ fout in de lijst met parameters (Fout:504). RIJ verwerkt geen verwijzingen die uit meerdere celbereiken bestaan.

    Aanvullende details:

    • Het gedetailleerde gedrag van de functie RIJ hangt af van de aard van het argument en of de functie-aanroep als matrixformule is ingevoerd.
    • Om een matrixformule te maken, typt u de formule in de invoerregel in het bovenste deel van het Calc-venster en drukt u na voltooiing op Control+Shift+Enter (Command+ Shift+Enter op macOS) in plaats van het meer gebruikelijke Enter. U kunt ook de Functie-assistent gebruiken om de aanroep van de functie RIJ te construeren en het selectievak Matrix aan te vinken voordat u op OK drukt. Als u op een cel klikt die een matrixformule bevat en de formule in de invoerregel bekijkt, wordt de inhoud van die cel tussen accolades geplaatst, bijvoorbeeld {=RIJ(A1:Z26)}. Het is niet mogelijk om een matrixformule te maken door simpelweg de accolades rond een niet-matrixformule te typen.

    Voorbeelden:

    Formule Beschrijving Retourneert
    =RIJ() waar deze formule wordt ingevoerd in cel Z14. Hier bepaalt de functie het rijnummer van cel Z14 en retourneert 14. 14
    =RIJ(D9) Hier retourneert de functie 9, het rijnummer van cel D9. 9
    =RIJ($Blad4.C11:E17) Hier retourneert de functie 11, het rijnummer van cel C11 (de cel linksboven in het opgegeven gebied). 11
    {=RIJ(MijnBereik)} waarbij de formule wordt ingevoerd als een matrixformule en het benoemde bereik MijnBereik het celbereik D11:F16 bestrijkt. De functie retourneert een matrix met zes elementen en één kolom die het aantal rijen 11 tot en met 16 bevat. (11, 12, 13, 14, 15, 16)
    {=RIJ(B2:Z2)} waarbij de formule wordt ingevoerd als een matrixformule. Hier retourneert de functie het nummer van rij 2 – hoewel ingevoerd als een matrixformule, bevat de opgegeven verwijzing alleen cellen in rij 2. Aangezien de niet-matrixformule =RIJ(B2:Z2) ook 2 retourneert , maakt het niet uit of de formule al dan niet als matrixformule wordt gebruikt. 2

    Gerelateerde LibreOffice-functies:

    KOLOM

    RIJEN

    BLAD

    ODF standaard:

    Section 6.13.29, part 2

    Gerelateerde (of gelijkwaardige) Excel-functies:

    ROW